Zeven Dimensies van Welzijn

Steeds vaker komt in gesprekken en discussies over het houden van dieren de term ‘welzijn’ voorbij. Maar wat bedoelen we daar nou precies mee?
Bij ‘welzijn’ denken we vaak vooral aan fysieke gezondheid en een comfortabele leefomgeving.
Als het over dieren gaat willen we soms ook nog wel nadenken over sociaal en emotioneel welzijn, maar dat wordt al een stuk lastiger voor veel mensen. Want wat houdt dat nou eigenlijk in? Dat een kuddedier als een paard niet blij is als hij afgezonderd van andere paarden staat gaat begrijpen de meeste mensen nog wel, maar veel verder dan dat gaat het vaak niet. Terwijl we dan eigenlijk nog maar een fractie van alle aspecten van welzijn aangeraakt hebben.
Dat is geen ‘welzijn’, dat zijn ‘eerste levensbehoeften’. Maar welzijn gaat verder dan het ‘niet ontbreken van noodzakelijke levensbehoeften’. Welzijn gaat ook over je potentie bereiken, persoonlijke groei en zijn wie je diep van binnen bent. En ook die factoren gelden voor dieren net zo goed als voor mensen. Misschien niet elke factor in dezelfde mate, maar het zijn zeker factoren die kunnen bijdragen aan algeheel welzijn.

Om welzijn te omschrijven zijn er modellen ontwikkeld met betrekking tot de dimensies van welzijn.
Dit model is bedoeld om naar het welzijn van mensen te kijken, in het algemeen, maar het wordt ook vaak in een werk gerelateerde omgeving gebruikt.
Maar je kunt dit model ook heel goed vertalen naar dieren, zéker naar onze huisdieren en paarden waar we vaak nog iets van verwachten, die een taak hebben en waarmee gewerkt wordt.
In Nederland wordt veel over de 6 dimensies van welzijn gesproken maar ik hanteer liever het Engelstalige model van 7 dimensies, omdat hierin een aantal zaken gescheiden zijn die juist voor dieren van belang zijn, zoals leefomgeving. Er zijn veel verschillende omschrijvingen te vinden op internet, ik benoem elke dimensie in een heel beknopte (humane) omschrijving en leg daarna uit hoe zich dit naar paarden vertaalt.

De Zeven Dimensies van Welzijn

Fysiek welzijn: het vermogen een gezonde kwaliteit van leven te handhaven
Deze is vrij helder en spreekt voor de meeste mensen voor zich. Het kunnen handhaven van gezondheid, zowel door o.a. gezonde leefomstandigheden, gezonden voeding en goede gezondheidszorg. Alle dingen die er voor zorgen dat het paard gezond blijft, vrij is van pijn en ongemak, beter wordt als het ziek is, maar ook kwaliteit van leven behoudt als er bijvoorbeeld sprake is van chronische ziekte.

Emotioneel welzijn: het vermogen om emoties te voelen en vrij te kunnen uiten.
Dat dieren emoties kúnnen voelen begint op steeds groter vlak geaccepteerd te worden. Nog niet zo heel lang geleden was het echt niet wetenschappelijk verantwoord om hier van uit te gaan, maar gelukkig verandert dat inmiddels gestaag. Het bijzondere is dat angst en agressie wel emoties zijn die we in dieren erkennen en accepteren, maar als het om liefde, verdriet en teleurstelling gaat vinden we dat ineens een stuk lastiger. En het erkennen dat een dier emoties kán voelen betekent in heel veel gevallen nog niet dat het dier toegestaan wordt deze gevoelens ook te uiten, laat staan dat we er ook nog naar luisteren!
Een paard wat boos of zelfs agressief is zal in de meeste gevallen vooral met dwang en geweld weer in het gareel gedwongen worden en zelfs een uiting van blijdschap zoals een flinke bok, wordt vaak niet gewaardeerd. We leren onze paarden al snel dat het uiten van emoties niet mag en ontkennen daarmee de gevoelens van ons paard. Hij moet zich ‘niet aanstellen’ of mag ‘geen loopje met je nemen’. Ok, na de dood of scheiding van een maatje mag het paard misschien even 1 of 2 dagen van slag zijn, maar het moet wel snel stoppen en zal er alles aan gedaan worden om een uiting van onrust, paniek of verdriet de kop in te drukken in plaats van de gevoelens en emoties te erkennen en het paard daarin te begeleiden en steunen. Emotioneel welzijn betekent niet perse dat een paard altijd vrolijk en blij moet zijn, maar dat ook verdriet en boosheid een plek mogen hebben.

Intellectueel welzijn: het vermogen om nieuwe ervaringen en kennis op te doen
Paarden zijn van nature ondernemende, nieuwsgierige en uiterst intelligente dieren. Het stimuleren en uitdagen van hun mentale capaciteiten is van cruciaal belang voor hun welzijn, zeker als paarden in een vrij saaie omgeving als een vierkante stal of weide gehouden worden. De intellectuele dimensie gaat over mentale uitdagingen, het leren van nieuwe vaardigheden, creatieve oplossingen bedenken, nieuwe omgeving ontdekken en het gebruiken van de vaardigheden die je hebt. Het gaat dus niet zozeer over fysieke training en vaardigheden maar om mentale uitdaging. Een paard met een hoog intellectueel welzijn heeft leren nadenken in lastige situaties en meedenken over oplossingen en dit kun je stimuleren door het paard de kans te geven zijn vaardigheden te gebruiken, verbeteren en uit te breiden door te leren.

Sociaal welzijn: het vermogen om contact te hebben en verbindingen aan te gaan met anderen
Sociaal welzijn betekent succesvol interactie kunnen hebben met anderen, het leren van communicatieve vaardigheden en het aangaan van vriendschappen en verbonden. Dit betekent dus echt wezenlijk meer dan alleen maar ‘samen met een ander paard op de wei staan’.
Om sociale vaardigheden te ontwikkelen heb je een gevarieerde sociale omgeving nodig, zowel bij opgroeien als later. Een dier wat sociaal arm op groeit en weinig interactie heeft met soortgenoten of met een beperkte variatie aan soortgenoten (lees: alleen leeftijdsgenootjes in de opfok) zal sociaal ‘onhandig’ worden en daar op latere leeftijd last van hebben in de interactie met andere paarden. Sociaal welzijn gaat over omgangsvormen en verwachtingspatronen en samenleven in harmonie. Voor een kuddedier als het paard betekent dat eigenlijk ook ‘kunnen samenleven met de individuen die bij je passen en waarmee je samen wílt leven. In het wild zal een dier wat niet in een groep past meestal al uit zichzelf vertrekken en anders wel uit de kudde gezet worden. Harmonie en rust zijn van levensbelang voor wilde paarden, je kunt namelijk niet je omgeving in de gaten houden op mogelijk gevaar als je continu moet opletten waar die ene kuddegenoot staat waar je niet mee samen kunt of als er continu onrust is. Dit is een aspect in de paardenhouderij die nog erg onderbelicht is en vaak te weinig aandacht krijgt en kan het welzijn van individuele paarden of een complete groep behoorlijk aantasten.
Sociaal welzijn gaat ook over de omgang met de mens. Ook dit zijn vaardigheden die van jongs af aan aangeleerd en ontwikkeld moeten worden en ook hier betekent hoe meer WEDERZIJDSE sociale interactie en vaardigheden, hoe groter het welzijn van het paard

Omgevingsgerelateerd welzijn: het vermogen om eigen leefomgeving te bepalen en te beïnvloeden
Humaan gezien gaat dit stuk vooral over leven in harmonie met de aarde en behoud van de aarde en je leefomgeving. Van nature zijn paarden al in harmonie met hun omgeving en is de manier waarop zij in een natuurlijke omgeving leven niet belastend voor deze leefomgeving. Voor onze gedomesticeerde paarden zou ik deze dimensie dus meer willen zien als het aanbieden van een ‘soort-specifieke’/paard-waardige leefomgeving. Er is daarmee een overlap andere dimensies zoals fysiek en sociaal, maar dat geld eigenlijk voor alle dimensies… ze staan sterk in relatie met elkaar en kunnen eigenlijk niet afzonderlijk gezien worden. Een paard-waardige leefomgeving zou dus mentale uitdaging moeten bevatten, de mogelijkheid om vrij te bewegen en zelf te beslissen, maar ook heel basic een droge plek om te liggen en staan, ook als het nat weer is en een mogelijkheid om te schuilen voor wind en regen. Maar ook schaduw, frisse lucht en het bloot gesteld worden aan seizoenen en het weer horen bij dit soort welzijn.

Spiritueel welzijn: het vermogen om rust en harmony te creëren
Deze zal voor veel mensen te hoog gegrepen zijn, maar zeker bij een sensibel dier als een paard is spiritueel welzijn iets om rekening mee te houden. Dit gaat niet zozeer over ‘geloof’ of spiritualiteit zoals we dat meestal bedoelen maar meer over ‘bestaansrecht’, gezien worden voor wie je bent en mogen zijn wie je bent en ‘persoonlijke groei’. Veel mensen noemen hun paard hun ‘therapeut’, hun ‘ontspanning’, hun uitlaatklep na een drukke dag… Het gaat dus vaak vooral over wat het paard voor hun betekent en is.
Maar wíe is dat paard werkelijk, zijn karakter, zijn wensen, angsten en eigenaardigheden, zijn verleden en hoe dit hem qua persoonlijkheid gevormd heeft. En krijgt dat paard dan ook werkelijk de kans om te zijn wie hij is en gelegenheid om daar mogelijk ook in te groeien. Of onderdrukken we bepaalde karaktertrekjes of aversies. Negeren we angsten en drukken hem er doorheen in plaats van de gelegenheid te bieden tot persoonlijke groei.
In mijn praktijk kom ik het toch best vaak tegen dat paarden klachten ontwikkelen vanuit dit stuk. Paarden die niet gezien worden om wie ze zijn maar vooral gehouden worden om wat ze voor de eigenaar betekenen, namelijk een ‘middel’ om een sport te beoefenen, of waarbij sprake is van teleurstelling bij een eigenaar omdat het paard niet aan de verwachtingen voldoet.

Werkgerelateerd welzijn: het vermogen om voldoening te halen uit werk en carrière
Deze lijkt vooral voor mensen relevant, maar kun je zeker ook naar paarden vertalen en sluit dan aan bij de bovenstaande. Ook paarden kunnen zeker voldoening halen uit hun werk en daar gedreven in zijn. Kijk maar eens naar een cuttingpaard wat volledig gefocust is op de koe waar hij mee werkt… dat is pure motivatie en passie. Zo zijn er ook paarden die het écht leuk vinden om te springen, te shinen in een showring of de longen uit het lijf te rennen om als eerste over de finishlijn te gaan bij een race. Maar… de meeste paarden worden toch vooral gedwongen te doen wat ze doen en er wordt vaak weinig tot geen rekening mee gehouden of iets voor het paard ook voldoening brengt. Terwijl het volledig benutten van talent en vaardigheden en een positieve ‘werkhouding’ ook voor paarden enorme voldoening en verrijking kan opleveren. Plezier in wat je doet is daarbij net zo belangrijk als talent en vaardigheden. Dat je voor een bepaalde taak of tak van sport gefokt bent, wil namelijk lang niet altijd zeggen dat je er ook werkelijk geschikt voor bent, of dat je het ook leuk vind om te doen.
Ik heb een paard met ernstige gedragsproblemen behandeld die niet meer te rijden was door de eigenaar omdat het volledig in verzet ging. Het dier had super-springbloedlijnen en was daar ook voor aangekocht, maar uiteindelijk bleek dat hij het springen gewoon écht niet leuk vond en niet meer wilde. Toen de eigenaar andere dingen met hem ging doen veranderde het paard compleet en groeide er een geweldig mooie band tussen paard en eigenaar, met een blij paard wat het heerlijk vond om voor de eigenaar te werken.

Het is best een uitgebreid verhaal geworden, maar dat is ‘welzijn’ natuurlijk ook. De dimensies overlappen elkaar vaak en het een kan vaak niet los gezien worden van het ander. Op sommige vlakken zal welzijn bereiken relatief eenvoudig zijn, maar welzijn op één vlak betekent niet dat er sprake is van algeheel welzijn. Hoe meer we streven naar welzijn op alle dimensies, hoe groter het totale welzijn van het paard zal zijn. Een hoge mate van fysiek welzijn zal teniet gedaan worden door het ontbreken van sociaal of mentaal welzijn en andersom…
In een volgend blog geef ik per dimensie een aantal voorbeelden en tips om welzijn te vergroten.